maandag 28 juni 2010

Wisselcolumn 2: Keep smiling!

Door: Philip Springer
Laatst had ik een gesprek met mijn begeleider over (een versie van) het resultatenhoofdstuk van mijn proefschrift in wording. Hij was tevreden over het geschrevene en ik moest vooral zo doorgaan (positief!), maar had ook geconstateerd dat ik op een onderdeel in mijn annotatie (ik heb een corpus van zo’n kleine 300.000 woorden handmatig geannoteerd) de definitie die ik in mijn methodehoofdstuk had geformuleerd niet consequent had gehanteerd (niet zo positief).
Toen ik dit even later aan een aantal collega-promovendi vertelde en uiteenzette hoeveel extra werk mij dit ging opleveren (annotatie nalopen, SPSS tabel aanpassen, statistische analyse opnieuw, nieuwe tabellen genereren in Word, delen van het vermaledijde resultatenhoofdstuk opnieuw schrijven) kwamen zij –in koor– met dé oplossing: “dan pas je toch gewoon de definitie aan?” Nu moet ik eerlijk toegeven dat dat ook mijn eerste reflex was, alleen heb je dan weer iets met betekenisvolle resultaten en zo en een begeleider die je er fijntjes op wijst dat het wel de bedoeling is dat je proefschrift ook nog ergens over gaat. De weg van de minste weerstand is in dit geval helaas, zoals zo vaak, een heilloze. Aan de slag dus!
Diezelfde dag kocht ik in de VU boekhandel Funshoppen in het Nederlands: woordenlijst onnodig Engels (Koops et al. 2009). Een uiterst vermakelijk boekje dat alternatieven aanreikt voor Engels (leen)woorden in het Nederlands. Sommige logisch, zoals ‘bekerhouder’ voor ‘cupholder’; sommige inventief, zoals ‘bankbintje’ voor ‘couch potato’; en sommige komisch bedoeld (in het boekje aangegeven met een :-)) zoals ‘deed-het-zelver’ voor ‘selfmade man’.
Wat dit boekje sympathiek maakt, is dat de auteurs proberen om geen prescriptivistische invalshoek of pretenties te hebben. Die heb ik als volbloed taalkundige natuurlijk ook niet. Sterker nog, ik heb mijn afstudeerscriptie geschreven over (de zinloosheid van) prescriptivisme in relatie tot het standaard Engels (wat dat ook moge zijn). Ik moet daarom ook lachen als ik van die polls zie, –sorry, peilingen–zoals die hiernaast op dit blog (webdagboek) over de vermeende waargenomen verloedering van het [vul hier je taal in]. Jonathan Swift ageerde in 1712 al tegen de verloedering van het Engels en we weten allemaal hoe het die taal vergaan is.
Nee, de auteurs geven toe dat leenwoorden altijd hebben bestaan en nuttig kunnen zijn om uiteenlopende praktische, semantische, culturele en esthetische redenen. Waar zij bezwaar tegen maken is de wat zij noemen “anglomane reflex” om ofwel uit luiheid een Engels woord te gebruiken, nl. geen zin om na te denken over een bestaand Nederlands woord: vandaag op TV nog “conspiracy theories” (op z’n Nederlands uitgesproken) gehoord, terwijl het Nederlands toch echt complottheorieën kent, dan wel uit het min of meer bewuste motief om zich vaag uit te drukken of (‘slash’) belangrijk te doen. Het advieswezen (‘consultancy’), heeft daar bijvoorbeeld wel een handje van: het gaat daar over ‘stakeholders’ (belanghebbenden) en ‘human resource management’ (personeelsbeleid). Het gaat in deze gevallen volgens mij ook om de weg van de minste weerstand: gewoon geen zin om meer moeite te doen voor een bevredigender en preciezer resultaat. Easy!
Natuurlijk eet ook ik geen maisvlokken, maar cornflakes, en download ik de nieuwste software op mijn smartphone in plaats van dat ik de nieuwste programmatuur op mijn pientermobieltje binnenhaal. Maar soms zou je toch willen dat bepaalde personen (beroepsgroepen?) dit boekje van A tot Z zouden lezen.
Ik uit deze wens natuurlijk niet als taalkundige –ik weet wel beter– maar als iemand met bewondering voor mensen die zich precies en vindingrijk kunnen uiten in een taal die van tweede taal (mijn ouders waren Tsjechen) mijn eerste is geworden.

1 opmerking:

  1. Schokkend! Met één webblog (webdagboek) worden de fundamenten onder mijn professionele leven als consultant (adviseur) weggeslagen... Hoe moet mijn werk eruit zien zonder: targets, stakeholders, annual reports, meetings, SWOTs, Perfomance Indicators, leadership, networking capacity,etc. etc.....
    Ik blijf dazed and confused (????) achter...

    BeantwoordenVerwijderen